Harde quota nodig voor meer vrouwen aan de top

 in Blog

Marry de Gaay Fortman krijgt de vraag ‘hoe ze dat toch doet’ al heel haar carrière. Ze is partner bij Houthoff, commissaris bij o.a. KLM en DNB en moeder van vier opgroeiende kinderen. Ik sprak met haar voor het Advocatenblad en verbaasde me (weer) over het geringe aantal vrouwelijke partners in de advocatuur.

Topmannen krijgen nooit de vraag hoe ze privé en werk combineren

Marry de Gaay Fortman wilde wel een wandeling maken voor de rubriek Frisse Neus in het Advocatenblad, naar aanleiding van het boek ‘Verdrink geen dooie eend’ dat vorige week van haar hand verscheen. In haar boek gaat ze (ook) in op de vraag hoe zij een carrière combineert met een druk gezin. Topmannen hoeven nooit uit te leggen hoe ze werk en privé combineren, waarschijnlijk omdat ze dat helemaal niet doen. Die werken alleen maar. De Gaay Fortman vertelde erover: ‘Er zit een vooroordeel in die vraag over hoe ik carrière en kinderen opvoeden combineer. Maar ik geef er altijd antwoord op, omdat ik hoop dat het anderen inspireert. Ik heb geleerd mijn tijd zo effectief mogelijk in te zetten.’

Aan de keukentafel wordt het iets beter

Volgens De Gaay Fortman, die ook voorzitter is van de Stichting Topvrouwen, zijn er nog lang niet genoeg vrouwen aan de top. ‘Was het maar waar. Thuis, aan de keukentafel gaat het al wel beter dan in de tijd dat ik begon met werken. In mijn team stopt bijvoorbeeld geen van de vrouwen meer met werken als ze kinderen krijgen. En de meeste van hen gaan ook niet minder werken. Maar nog steeds zijn vrouwen eerder geneigd in te schikken als hun man ook carrière maakt. We zijn er nog lang niet, ook bij ons kantoor niet.’

Wie wordt de eerste vrouwelijke minister-president?

Naar aanleiding van De Gaay Fortmans stelling, vroeg ik het me ook weer af. Hoe kan het toch, er wordt al jaren veel gedacht, geschreven en op alle politieke niveaus gesproken over ‘vrouwen aan de top’, maar het schiet nog steeds niet op. Laatst vroeg mijn dochter van 7 of ik me niet vergiste toen ik het over een vrouwelijke burgemeester had, toen ik haar een boek voorlas. Mijn maag kromp ineen. Sindsdien prent ik haar in dat zij de eerste vrouwelijke minister-president van Nederland gaat worden. Ik hoop overigens om twee redenen dat dat niet zo is: ten eerste wens ik haar een leuker bestaan toe en ten tweede lijkt het me een regelrechte ramp voor het land als we pas over minimaal dertig jaar een vrouw op de hoogste politieke stoel hebben zitten.

Nergens op gebaseerde ongelijkheid

Het is eigenlijk te raar voor woorden: er studeren meer vrouwelijke juristen af dan mannelijke en er worden jaarlijks meer vrouwelijke advocaten benoemd dan mannelijke. Waarom wordt de top van de advocatuur (en van het bedrijfsleven, en van de politiek, en van het openbaar bestuur) dan nog steeds bevolkt door mannen? Ik vraag het me echt af, en ik geloof (als witte man van achter in de veertig) toch echt dat we dat moeten doorbreken. Gewoon, omdat de nergens op gebaseerde ongelijkheid tussen mannen en vrouwen niet meer kan. We gooien er talent mee weg, onze dochters krijgen niet de kansen die ze, gezien hun capaciteiten, ontzettend verdienen.

Alleen met quota krijgen we het voor elkaar

Topvrouw De Gaay Fortman gelooft inmiddels dat gelijkheid alleen bereikt kan worden met quota, vertelt ze in het Advocatenblad. ‘Het is toch al in vele onderzoeken aangetoond dat diversiteit voor de bedrijfs- of organisatiecultuur van wezenlijk belang is. We zijn daar een uiterst conservatief land in. Het is echt onzin dat die capabele topvrouwen er niet zouden zijn. In de database van de Stichting Topvrouwen zitten 1600 hele goede vrouwelijke professionals.’ Als commissaris ziet ze de hardnekkige reflex bij mannelijke bestuurders om nog steeds een man te benoemen. ‘Vaak gebruiken ze het argument dat dit ene mannelijke toptalent nu toch echt aan de beurt is om in het bestuur te komen. In Frankrijk krijgt sinds 2017 een raad van bestuur met te weinig vrouwen gewoon zijn bezoldiging niet meer. Daar is het heel snel veranderd.’ Snel doen dus, geloof ik: quota invoeren voor vrouwen aan de top en het de bestuurders laten voelen in hun portemonnee als ze niet meewerken.

Beminnelijk omgaan met een dooie eend

Het niet verdrinken van een dooie eend, waar De Gaay Fortman in de titel van haar boek naar verwijst, heeft te maken met haar manier van werken. Ze pleit ervoor dat advocaten beminnelijkheid betrachten, in gesprek blijven, ook met een onredelijke wederpartij, ook met een dooie eend. Daarmee bedoelt ze iemand die feitelijk of mentaal is afgehaakt in het proces, gesprek, onderhandeling of samenwerking. Ook die moet je met respect blijven behandelen, want ooit kom je elkaar weer tegen, stelt de topadvocate.

Lees het hele Frisse neus-interview met Marry de Gaay Fortman uit het Advocatenblad van mei 2018.

Recente berichten
Comments
  • Marcel Burger
    Beantwoorden

    Quota kunnen zeker helpen. En een te grote focus op wel quota geen quota leidt af van waar het echt om gaat.

    Om duurzaam succesvol te zijn in een wereld waar de diversiteit in alle opzichten alleen maar toeneemt is een bredere cultuurverandering noodzakelijk. Van het tolereren van beperkte verschillen naar een cultuur waarin verschillen omarmd en gewaardeerd worden. Daar moet het over gaan. Toegenomen diversiteit in organisaties of meer vrouwen aan de top is dan eerder het gevolg dan een doel op zich. Een dergelijke cultuurverandering bereik je niet met één maatregel, één training, één van wat dan ook. Wel met een meerjarige, planmatige veranderaanpak ingebed in de visie en strategie van de organisatie. Bij dat laatste gaat het om een mix van een ‘sluitende business case’ en een visie op de vraag: “Wie willen wij zijn en waar staan wij voor?” Past het niet in die visie? Begin dan vooral niet aan quota, want de kans dat dit juist de positie van achterstandsgroepen (vrouwen, arbeidsgehandicapten, niet westerse nieuwkomers) schaadt is aanzienlijk.

Geef een reactie

Voer je zoekopdracht in en druk op Enter om te zoeken