Interview met Marcel Willems die Kennedy inruilde voor Fieldfisher
Als je een van de oprichters bent van Kennedy Van der Laan, sta je aan de basis van een kantoor dat in 25 jaar uitgroeide tot een topkantoor in de Nederlandse advocatuur. Maar is dat ook een reden om achterover te gaan leunen? Voor advocaat Marcel Willems niet. Hij stapte dit jaar in een nieuw avontuur, als managing partner van Fieldfisher. Ik interviewde hem voor het Advocatenblad over zijn overstap.
Opzienbarende overstap naar Fieldfisher
Voor de rubriek Frisse Neus van het Advocatenblad wandelde ik met Marcel Willems langs de Amstel, pratend over zijn keuze om het vertrouwde, door hemzelf opgezette nest van Kennedy Van der Laan, te verlaten. Ik vond het wel opzienbarend, zijn overstap naar het Britse Fieldfisher. Hij zelf niet. Had het gevoel dat hij een beetje stilstond in zijn ontwikkeling en wilde verder. Hij zit weer veel beter in zijn vel, vertelde hij enthousiast.
Geen aardverschuiving in advocatuur
Ik hoopte in het gesprek hele revolutionaire antwoorden te krijgen op mijn vragen. Gaan ze de bestaande advocatuur omver blazen, gaan ze het helemaal anders doen, innoveren, robotiseren met veel buitenlands geld? Nee, zo moest ik dat niet zien, vertelde Willems rustig. ‘Wij gaan niet de aardverschuiving in het Nederlandse advocatuurlijke landschap betekenen. En dat is mijn ambitie ook niet.’
Markt is groot genoeg
Bescheidenheid siert natuurlijk ook de advocaat. Willems ambitie zit hem in het goed bedienen van zijn cliënten: ‘Ik help mijn klanten heel erg goed, en dat is het. Ik denk niet dat je je als advocatenkantoor zo kunt positioneren dat je je echt onderscheidt van andere kantoren in exact dezelfde markt. Korte lijnen, snelheid, helder communiceren, wellicht zijn het platitudes, maar dat is wat we leveren.’ Hij heeft een punt natuurlijk. Als je dat goed doet, is de markt waarschijnlijk groot genoeg om een plek te vinden voor zijn nieuwe kantoor.